Smoesjes van de pensioenrovers

De overheid bedient zich van nepnieuws om de de geesten rijp te maken voor het leegroven van de pensioenpot. Maar wij hebben hen door en weerleggen hun nepargumenten met feiten waar niemand omheen kan. Dit nepnieuws hebben wij al weerlegd:

  1. De rekening doorschuiven naar jongere generaties
  2. Stijgende AOW compenseert de pensioenkorting
  3. De vergrijzing is een probleem
  4. De rekenrente moet gebaseerd zijn op vastrentende waarden

1. De rekening doorschuiven naar jongere generaties

10-10-2019 - Sweder van Wijnbergen, hoogleraar economie aan de universiteit van Amsterdam
Een hogere rekenrente benadeelt jongeren ten faveure van ouderen: omdat de verplichtingen aan jongeren ondergewaardeerd worden, gaan ouderen nu meer uitgekeerd krijgen en worden alle risico’s naar de jongeren doorgeschoven.
Verhoging rekenrente legt tijdbom onder pensioensysteem en benadeelt jongeren

23-09-2019 - Klaas Knot
"Uitstel van korten betekent dat de rekening doorschuift naar jongere generaties. Afgelopen jaren zijn kortingen al vaker doorgeschoven. De rek is er een keer uit." snel beginnen met korten van pensioenen

Antwoord 1

Cas Tuyn, organisator Breed Protest tegen de Pensioenroof:

Nog een woord over solidariteit tussen generaties, want dat is een van de argumenten van de pensioendieven.

Omdat wij een spaarstelsel hebben bestaat jouw pensioen uit jouw eigen inleg, plus het uitstekende beleggingsresultaat over die inleg. Er zit voldoende in kas en dat blijft ook zo omdat het rendement van de beheerders al meer dan 20 jaar 7% is en wij slechts met 50% daarvan rekenen.

Komen in de toekomst meer jonge werkenden bij, dan neemt de totale premie toe, kan er meer belegd worden en stijgt het vermogen, dat dan aan meer mensen uitgekeerd kan worden.

Daalt het aantal jonge pensioenopbouwers, dan wordt er minder gespaard, maar die hoeft ook aan minder mensen uitbetaald te worden.

Dat is het voordeel van een spaarsysteem, iedere generatie spaart voor zijn eigen generatie. De huidige 1500 miljard is dus bedoeld voor de huidige gepensioneerden en naar rato van het aantal jaren dat ze inlegden ook van de huidige werkers.

Antwoord 2

21-10-2019 - Ton Verlind

Ook Ton Verlind heeft het door, en legt haarfijn bloot dat de overheid nepnieuws verspreid via zich onafhankelijk noemende experts die in werkelijkheid sterk gelinkt zijn aan de overheid en DNB.
In pensioendiscussie worden politieke standpunten vermomd als wetenschap.

2. De 8,3% stijgende AOW compenseert de pensioenkorting

17-10-2019 - Analyse in Trouw
Koolmees kan hogere AOW gebruiken om kortingen door te zetten

Antwoord

Cas Tuyn, organisator Breed Protest tegen de Pensioenroof:

De AOW is een uitkering van de regering uit de algemene middelen, de belastingen dus, die opgebracht worden door de huidige belastingbetalers. Dit is dus een omslagstelsel. Omslagstelsels zijn gevoelig voor variaties in bevolkingsgrootte per generatie. We weten nu al dat de AOW voor de relatief grote babyboom generatie opgebracht zal moeten worden door de relatief kleinere huidige generatie werkenden.

Dat de regering de AOW verhoogt is goed voor alle AOW ontvangers, vooral voor de AOW-ers die erg oud worden, want in recente jaren heeft de regering de AOW leeftijd opgetrokken van 65 jaar naar hogere leeftijden en is van plan dat in de toekomst vaker te doen. AOW-ers die niet zo oud worden - bijvoorbeeld na zich kapot gewerkt te hebben in een lichamelijk of geestelijk zwaar beroep - die hebben er minder aan want zij moeten er een paar jaar langer op wachten voor ze het krijgen, en als ze het hebben genieten ze er veel korter van.

Er valt dus iets voor te zeggen om de AOW slechts met de inflatie te verhogen, en dan de AOW leeftijd terug te brengen naar 65 jaar. Daar hebben veel meer mensen veel meer aan.

Verder is er geen enkele relatie tussen AOW en pensioen. Pensioen is een spaarstelsel waarvan de deelnemers geld inleggen dat na beleggen aan alleen hen wordt uitgekeerd. Wie niet meedoet aan een pensioen, krijgt ook geen pensioenuitkering. Wie wel meedoet aan een pensioenregeling krijg eigenlijk zijn eigen ingelegde geld, vermeerderd met de uitstekende beleggingsresultaten van de pensioenfondsen terug. Het is uitgesteld loon.

Zeggen dat stijging van de AOW een eventuele korting van het pensioen goedmaakt is even dom als zeggen dat de winnaars van de Postcode loterij of mensen die een stevige erfenis krijgen geen pensioen meer krijgen want zij hebben toch al die prijs gewonnen. Dat zijn totaal losstaande zaken die geen enkele invloed hebben op ons zelf gespaarde pensioen.

Win je de Staatsloterij, krijg je een erfenis, of krijg je meer AOW? Veel plezier ermee. Het verandert NIETS aan jouw pensioen/uitgestelde loon.

3. De vergrijzing is een probleem

De overheid beweert dat de pensioenleeftijd omhoog moet, door de vergrijzing. Maar wie logisch nadenkt ziet dat onze samenleving bestaat uit 3 leeftijdsgroepen:

  1. De jeugd die nog niet werkt tot ~20 jaar,
  2. De werkenden tussen 20 en 65 jaar oud,
  3. De gepensioneerden vanaf een jaar of 65.

De tweede groep werkt, en de 1e en 3e groep werken niet. Tijdens de babyboom bestond een gezin uit 1 kostwinnaar, een thuisblijvende vrouw en flink wat kinderen. Die ene kostwinnaar zorgde dus voor zeg 3 kinderen, 1 vrouw en 1 oudere = 5 inactieven.

Tegenwoordig werken beide partners en krijgen ze gemiddeld 1,4 kind. Dus die 2 kostwinnaars betalen elk voor 0,7 kind, geen partner, en elk 1 oudere. Elke kostwinnaar zorgt dus voor 0,7 kind en 1 oudere = 1,7 inactieven. Dat is 3x zo weinig als tijdens de babyboom.

Zie ook het antwoord van hoogleraar Theo Engelen, voormalig rector magnificus van de Radboud Universiteit Nijmegen: Vergrijzing in Nederland veel minder groot probleem dan gedacht

4. De rekenrente moet gebaseerd zijn op vastrentende waarden

Koolmees en Knot zeggen steeds dat ze de rekenrente MOETEN beseren op vastrentende waarden.

Dit klopt niet, het is in tegenspraak met Artikel 126 uit hoofdstuk 6 van het Financieel Toetsingskader:

Artikel 126. Vaststelling technische voorzieningen
1.Een pensioenfonds stelt toereikende technische voorzieningen vast met betrekking tot het geheel van pensioenverplichtingen.
2.De berekening wordt uitgevoerd met inachtneming van de volgende beginselen:
a. de technische voorzieningen worden berekend op basis van marktwaardering;
b. de voor de berekening van de technische voorzieningen gebruikte grondslagen inzake overlijden of arbeidsongeschiktheid en levensverwachting worden gebaseerd op prudente beginselen; enc. de methode en de grondslag van de berekening van de technische voorzieningen blijven van boekjaar tot boekjaar ongewijzigd, tenzij wijzigingen daarin gerechtvaardigd zijn als gevolg van een verandering van de juridische, demografische of economische omstandigheden die aan de hypothesen ten grondslag liggen.
3.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze van berekening van het minimum bedrag van de technische voorzieningen, de daarbij in acht te nemen voorzichtigheidsmarges en kunnen regels worden gesteld over de frequentie waarmee de technische voorzieningen worden berekend.