Rekenrente Koolmees en 3,5% doorgerekend
We gaan rekenen, rekenen of Koolmees gelijk heeft of er compleet naast zit. We beginnen in 2007, het laatste jaar dat de rekenrente vast op 4% stond.
Het CBS zegt Sinds 2015 neemt het aandeel gepensioneerden onder de bevolking niet meer toe dus heb ik de pensioenuitkeringen na 2015 hetzelfde gelaten, geïndexeerd werd er toch niet.
Voor de rekenrente van Koolmees (en zijn voorgangers, maar ministers zijn altijd verantwoordelijk voor de daden van hun voorgangers, dus volstaan we met alleen Koolmees) kijken we in deze grafiek:
Datum | Premie | Uitkering | RR Km | Bij Km | Bij 3,5% | Echt | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
31 dec 2007 | 31.4 | 32.0 | 4 | 791,9 | |||
31 dec 2008 | 29.8 | 34.0 | 4 | 31.68 | 27.2 | 698,1 | |
31 dec 2009 | 32.1 | 35.1 | 3,5 | 28.68 | 26.68 | 790,4 | |
31 dec 2010 | 34.0 | 36.6 | 3 | 25.35 | 29.69 | 878,5 | |
31 dec 2011 | 36.2 | 37.7 | 3 | 26.03 | 30.73 | 956,6 | |
31 dec 2012 | 36.7 | 38.2 | 2 | 17.85 | 31.81 | 1089,5 | |
31 dec 2013 | 37.9 | 38.5 | 1,5 | 13.63 | 32.92 | 1125,7 | |
31 dec 2014 | 35.9 | 40.9 | 1,5 | 13.83 | 34.07 | 1334,9 | |
31 dec 2015 | 36 * | 42 | 1 | 9.31 | 35.26 | 1355,1 | |
31 dec 2016 | 36 | 42 | 1 | 9.34 | 36.50 | 1490,5 | |
31 dec 2017 | 36 | 42 | 1 | 9.37 | 37.77 | 1560,8 | |
31 dec 2018 | 39 ** | 42 | 0,8 | 7.52 | 39.10 | 1550 | |
31 dec 2019 | 39 | 42 | 0,6 | 5.67 | 40.47 | 1786,5 | |
31 dec 2020 | 36 *** | 49.5 | 0,3 | 2.84 | 41.88 | 1830 | |
31 dec 2021 | 36 | 50.49 | 0,3 | 2.83 | 43.35 | ||
31 dec 2022 | 36 | 51.5 | 0,3 | 2.82 | 44.86 |
* vanaf 2015 geschatte waarden gebruikt ivm afwezigheid data belastingdienst
** in 2018 opschuiving pensioenleeftijd 65 naar 68, dus 3 jaar langer inleg en 3 jaar minder uitkering
*** in 2020 terugschuiving pensioenleeftijd 68 naar 65, dus 3 jaar korter inleg en 3 jaar langer uitkering, en we indexeren 19% eenmalig in 2020, en 2% per jaar daarna.
Getallen uit Cor Mol - Pensioenvermogen 2006 - 2020 die het weer van het CBS heeft.
Uitleg bij de tabel
In een eerder blog over de hoge pensioenopbrengsten werd snel duidelijk dat er zoveel geld de pensioenfondsen instroomt, dat de stilstand van de afgelopen 12 jaar qua indexatie, de kortingen, en de latere pensioendatum absoluut onnodig waren, vandaar dat ik in deze tabel een aantal maatregelen introduceer:
- 19% indexeren als goedmaker voor de 13 jaar stilstand. In de afgelopen 13 jaren zijn de prijzen 19% gestegen, dus zijn de deelnemers er 19% op achteruit gegaan.
- Pensioenleeftijd terug naar 65. Bij de eerste maatregel kun je je afvragen waarom niet ook de kortingen van 6 á 7% ook nog compenseren/indexeren, maar uit gesprekken met bezoekers van de pensioenbijeenkomsten blijkt dat mensen er veel meer moeite mee hebben nog 3 jaar extra door te werken, dan dat ze meer geld krijgen. "Zie eerst maar eens zo oud te worden terwijl je je kapotwerkt" was een veelgehoorde opmerking. En terecht want als we gemiddeld iets ouder worden wil dat niet zeggen dat dat gemiddelde eerlijk over alle beroepsgroepen verdeeld is. Het zijn met name de fysiek zwaardere beroepen die moeite hebben met extra lang werken, en ook eerder sterven dan het kantoorpersoneel en managers die relatief onversleten nog tientallen jaren onbezorgd van hun pensioen kunnen genieten, en soms door hun hogere loon in staat zijn van hun spaargeld een jaartje eerder te stoppen.
Voeg daarbij de EU solidariteit dat het in veel EU landen nog lang niet het geval is dat de daadwerkelijke pensioenleeftijd op 65 ligt (inclusief het EU parlement), dan mag nederland wel even een pas op de plaats maken bij 65 jaar als pensioenleeftijd. We betalen al het meeste per hoofd van de bevolking aan de EU, we hoeven niet overal het braafste/domste kindje in de klas te zijn. - 2% indexeren voor alle volgende jaren. Dit is gekozen zodat we niet opnieuw stilstand in het indexeren krijgen, en is dus geen vaste waarde maar mag gelijke trend houden met de inflatie. Er is ons ooit een waardevast pensioen beloofd, en dat is alleen maar bereikbaar indien de inflatie elk jaar wordt gecompenseerd via indexatie.
Vanaf 2020 zijn deze 3 maatregelen meegenomen in de tabel, en je ziet dat het 3,5% rekenrente plan hier geen problemen mee heeft, het blijft gewoon doorstijgen, en is dus geen bedreiging voor de betaalbaarheid op de lange termijn. Er is in 2022 met 51,5 miljard aan uitkeringen wel een forse inbalans met de binnenkomende premies van 36 miljard, maar die worden goedgemaakt met de beleggingsopbrengsten van 44,86 miljard. Netto groeit het 3,5% model dat jaar met 29,36 miljard. En dat is ver beneden de geschatte/speculatieve stijging van 7% die rond de 100 miljard ligt, dus de kans is zeer groot dat die 29,36 miljard wel verdiend gaat worden uit de beleggingsopbrengsten van de pensioenfondsen.
A picture tells a thousand words
We zien in deze grafiek allereerst dat de beleggers van de pensioenfondsen goed werk leveren, de beurskrach van 2008 waren ze snel te boven en hun reputatie van uitstekende rendementen maken ze waar. Politieke invloed op hun werk dient vermeden te worden, zeker nu de ECB en de nederlandse politiek de rente voor politieke doeleinden gebruiken. Deze lijn is dus de werkelijkhid waarbij we een model zoeken dat die werkelijkheid zo goed mogelijk beschrijft.
Het model van minister Koolmees mist het nivo en de richting van de werkelijkheid en moeten we dus verwerpen als niet realistisch. Door stijgende uitkeringen (vergrijzing) en dalende premieinkomsten (ontgroening) is de beleggingswinst die hoort bij zijn kunstmatig lage rekenrente onvoldoende om het verschil goed te maken. Vanaf 2020 teert zijn model in op het vermogen, terwijl in realiteit de pensioenfondsen lekker doorstijgen. Dit komt met name door de veel te lage rekenrente die vanaf 2018 onder de 1% staat.
Het 3,5% plan van 'Stop de Pensioenroof' is ook te conservatief om de werkelijkheid te volgen, maar de richting is iig goed. De waarde 3,5% was echter met opzet gekozen als de helft van het 30 jaar lange gemiddelde van 7% dat de pensioenfondsen behaald hebben om zeker niet in te teren en alle verwijten van potverteren ten koste van jongere generaties te ontzenuwen.
Conclusie
Het 'Stop de Pensioenroof' plan met 3,5% rekenrente voldoet aan de voorwaarden van een uiterst conservatief rekenrentebeleid. Door deze rekenrente zullen de dekkingsgraden van de pensioenfondsen aanzienlijk stijgen en is er ruimte voor indexatie en zelfs terugzetten van de pensioenleeftijd op 65 jaar. Let op dat het pensioen niets met de AOW te maken heeft want dat is een omslagstelsel. Wie dus echt op zijn 65e stopt heeft dan een AOW-gat.
Politieke invloed op de pensioenfondsen dient verminderd te worden. Te denken valt aan het opheffen van het DNB veto op benoemingen en verlengingen van pensioenbestuurders, en dit te vervangen door een niet-bndend advies. Tevens een verbod op investeren in zaken met een negatieve rente, en ondoorzichtige junk bonds SBBS. Wie geld wil lenen betaalt een positieve rente.
De rekenrente moet een stabiele waarde houden zonder fluctuaties. Wij raden aan om deze 3,5% te maken en elke 5 jaar te controleren of er nog steeds vermogenstoename is in de pensioenfondsen.
Voor de zware beroepen is het mogelijk eerder te stoppen, hiervoor stel ik voor niet een aan/uit regeling te hanteren, maar 5 groepen te kiezen die steeds 1 jaar eerder mogen stoppen, zo voorkom je enorme teleurstellingen indien een functie net niet zwaar genoeg is.
Voorstel eerder stoppen:
Eerder stoppen | Beroepen |
---|---|
1 jaar | kantoorwerk/control rooms met ploegendienst |
2 jaar | frequent fysiek werk zonder ploegendienst |
3 jaar | frequent fysiek werk met ploegendienst |
4 jaar | voortdurend zwaar fysiek werk zonder ploegendienst |
5 jaar | voortdurend zwaar fysiek werk met ploegendienst |